top of page

22

BLI’VEN STAEN UITKIJKTOREN

ARNE HAMAL

Voorstel om door middel van een architecturale ingreep de jachthaven nauwer te betrekken in het stedelijk en het toeristisch weefsel. Nu er eindelijk zekerheid is omtrent de toekomst van het dorp, heeft Doel een duidelijke plek nodig om het gemeenschappelijke gevoel van trots (op het overleven en voortbestaan) te kunnen uitten. De basis van het ontwerp is te vinden in het verleden, meer bepaald bij een 16e eeuwse legende die stelt dat ‘Tlandt van Saeftinghe sal verghaen, alleen de torens sullen bliven staen.’ Het is een stelling die zeer tot de verbeelding spreekt, zeker als we in de ruime regio fenomenen zoals de toren van Wilmarsdonk (Antw.) of de Plompe Toren in Koudekerke (NL) opmerken. Ook de eigenheid van de site, de lange horizontale landtong die de jachthaven tegen de golven van de Schelde beschermt, vraagt a.h.w. om een verticaal element, een torenstructuur. Zo treedt de toren in dialoog met de 17e eeuwse molen van Doel aangezien ze beiden geplaatst zijn boven op een beschermende constructie (dijk en landtong) en beiden dragers zijn van de geschiedenis en de identiteit van Doel. Qua vormgeving correspondeert het ontwerp met de drie schaalniveau’s: de micro-, de meso- en en de macroschaal, en hun respectievelijke problematieken. De gevels zijn elk gericht naar één schaalniveau, d.m.v. raamopeningen op de omgeving. Van onder naar boven ziet de torenbezoeker achtereenvolgens het dorp (micro), haar omliggende polders (meso) en het verder liggende havenlandschap (macro). De top van het gebouw, een panoramisch terras, is echter niet gericht op één specifieke schaal, maar biedt zichten in de breedte.

Beeld 1: Doel Uitkijktoren

Men kijkt er uit over de hele regio, waarin alle schalen en problematieken versmelten. Daar is de symbiose tussen Doel en de Antwerpse haven duidelijk te zien. Op die manier staat het project voor de hoopvolle toekomst, waarin tussen beide partijen een co-habitation ontstaat. Het ontwerp staat symbool voor de identiteit van het dorp: koppig, sterk en gewapend tegen watergeweld en havenkracht. Ook de positionering, op de grens tussen Doel en de Schelde, versterkt deze insteek. De ingreep begint zo ook mee te spelen als een element op de kustlijn van de Schelde, beginnend bij de koeltorens van de kerncentrale, vervolgd door de oude windmolen, de kerktoren en als eindpunt het Havenhuis. Zo neemt de toren, gelijkend aan een vuurtoren, ook een zekere poortfunctie op.
Bij dit project kunnen vele actoren betrokken worden. De toeristische sector is daarbij zeker één van de belangrijkste partners. Mensen worden al sinds oudsher gefascineerd door hoge plekken en hoge uitkijkpunten, en dus zullen toeristen zeker een extra attractie zien in dit gebouw. Maar ook voor de bewoners, die de toren eerder als een monument dan als een attractie zullen erkennen, is een belangrijke rol in de totstandkoming van het project voorzien. Qua materialiteit wordt beroep gedaan op de materialen die vrijkomen bij de (her)opbouw van Doel, voornamelijk bakstenen. Die zullen, geschikt in een kruisverband (een plaatselijk veel gebruikt verband), hergebruikt worden als dragend metselwerk. Maar
ook de geperforeerde staalplaten kunnen dienen voor de
bekleding van de centrale lichtschacht, zodat het licht kan binnenvallen door de uitsparingen en een schouwspel van schaduwen creëert. Ten slotte leent deze plek zich, zowel ten gevolge van de hierboven beschreven vaarroute als van de gebruikte typologie, als de ideale drager voor de nieuwe vlag van Doelland.

Beeld 2: Doel Uitkijktoren
Beeld 3: Doel Uitkijktoren
Beeld 4: Doel Uitkijktoren
bottom of page