top of page
28
DE GLAZEN SCHUUR IN DIALOOG
VICTOR DE SMET (2017-2018)
De Prosperhoeve was een uniek landbouwcomplex opgericht in 1846 door Hertog Prosper Lodewijk van Arenberg. Hij ligt op de grens met Nederland en was door zijn omvang grensoverschrijdend. Het complex bestond oorspronkelijk uit een woonhuis, knechtenverblijven, koetshuis (met latere toevoeging van een maalderij), schapenstallen, paardenstallen en drie grote graanschuren. Ook heeft er ooit nog een windmolen gestaan. Gezien het belang van deze site is zelfs het omliggende drop “Prosperdorp” genoemd naar deze hoeve.
BESTAANDE SCHUUR
De bestaande schuur is momenteel beschermd als monument, maar nog tijdelijk in gebruik als schuur. De schuur wordt voorzien van 2 niveaus: het eerste hangend, het tweede aangebracht op de bestaande structuur. Daardoor krijgt die een nieuwe functie: een permanente tentoonstellingsruimte over de geschiedenis van de site en de structuur van de schuur, waarbij de belangrijkste accenten belicht worden door middel van zenitale lichtkokers. Deze ingreep word gematerialiseerd volgens de filosofie van de historische schuren, waarbij men tewerk ging met lokale en hergebruikte materialen. De rest van de schuur wordt vrijgelaten om de monumentaliteit van de ruimte in zijn geheel te kunnen ervaren. Op het gelijk- vloers word dan ook de mogelijkheid geboden om tijdelijke
tentoonstellingen te organiseren. Bij de toegang zijn twee volumes ingebracht. Een voor een cafetaria/bibliotheek en een voor sanitair en een vestiaire. Door het structureel contrast tussen oud en nieuw wordt het oude naar een hoger niveau getild en blijven de twee in dialoog met elkaar. In de nabije omgeving van de schuur word ook een fietsenstalling en paardenrustplaats voorzien.
DE GLAZEN SCHUUR
De nieuwe schuur wordt ontworpen volgens hetzelfde principe als de bestaande schuur met een centrale gang, langs georiënteerd. Door de nabijheid van de haven is gekozen voor een industrieel ontwerp in het kader van een circulaire economie. Daarom werd gekozen voor herbruikte en lokale materialen zoals herbruikte magazijnrekken, paletten met schapenwol als isolatie en een omhullende serre. Daardoor ontstaat een vertaling van het originele naar een hedendaagse bouwmethodiek. Het volume is opgedeeld in verschillende klimaatzones en is intern modulair opgebouwd waarbij de ruimtes zelf kunnen worden ingevuld en aangepast binnen de structuur van de magazijnrekken. Als functie werd er gekozen voor een onderzoekscentrum naar “natuur-inclusieve zilte landbouw”. Op het gelijkvloers komen laboratoria, op de verdieping daarboven kantoren en op de bovenste verdieping een proefstation voor platenteelt.
Waar de eerste schuur eerder een informatieve functie krijgt, speelt de tweede schuur hier verder op in via een hedendaagse onderzoekende functie. Door het contrast tussen oud en nieuw, vindt de dialoog niet enkel intern plaats binnen de bestaande schuur, maar ook onderling tussen beide schuren. Een derde schuur kan op termijn gerealiseerd worden met functies die later bepaald worden door de bewoners van het poldergebied
bottom of page